Recensies boeken Leike van Oss en Jaap van ’t Hek
- Recensies Onderweg
- Recensies Ondertussen in de organisatie
- Recensies ‘Onomkeerbaar’
- Recensies ‘ONveranderbaarheid’
Recensies Onderweg
Onderweg Boek van het Jaar 2014!
Onderweg is op 19 mei 2015 tijdens het jaarlijkse Boek&Festival uitgeroepen tot Boek van het jaar 2014!
In het juryrapport werd het volgende over ‘Onderweg’ gezegd: Onderweg van Leike van Oss en Jaap van ’t Hek is de derde publicatie van dit duo in vier jaar. Over noeste arbeid gesproken. Onderweg is een knap geschreven, reëel en verstandig boek. De theorie is goed doorleefd. Het is state of the art voor weldenkende adviseurs, maar met een andere ordening dan de gebruikelijke theorie. Het gaat voorbij aan bekende clichés en is om die reden verplichte kost voor ons. De waarde van Onderweg is dat het het einde van de maakbaarheid van ons vak markeert, op een rustige en overtuigende toon. Dat relativeert én dat schept verplichtingen.
Lees hier het complete Juryrapport.
Interview Managementboek: Veranderen, in dialoog en met tegenspraak
Lees het interview hier.
Peter de Boer: ‘Helder van opzet, gemakkelijk geschreven’
Het boek legt de focus op de veranderpraktijk van bedrijven en organisaties. De weg naar het veranderdoel is vaak anders dan verwacht. De auteurs starten dan ook met de valkuilen die ontstaan door een kloof tussen veranderdoelen en dagelijkse praktijk. Zij gaan in op de logica van de praktijk en schetsen vandaar uit de kern van pragmatisch veranderen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de invloed van sociale verbanden op veranderprocessen.
Vervolgens staat de veranderaar centraal. Hij staat niet buiten, maar doet actief mee en bouwt continu bruggen tussen praktijk en veranderdoelen. Dat betekent dat diagnostiek een continu proces is, dat de veranderinterventies steeds opnieuw zorgvuldig afgewogen worden, en dat zij zowel voldoende aansluiten bij bestaande praktijken als voldoende bewegen naar veranderdoelen. In de laatste hoofdstukken staat de doelgroep centraal, met vallen en opstaan, en met aan- en afleren.
Het boek eindigt met een gereedschapskist aan oefeningen en checklisten. Het is helder van opzet, gemakkelijk geschreven en toegankelijk voor iedereen die met organisatieverandering aan de slag is.
Door Peter de Boer, NBDBiblion
Communicatiemagazine: ‘Van A tot Z een feest om te lezen.’
Dit ontwerp verdient een prijs: onopvallend en tegelijkertijd zo prachtig dat het mij opviel. Chapeau!
Lees de complete recensie van Marjolein te Kolsté hier.
Leike van Oss geïnterviewd in BinnenbeRijk
Lees het interview door Annemieke van Ramshorst hier.
Risico-expert Martin van Staveren: ‘Een magnifiek boek.’
Veranderen in de praktijk van organisaties, met tastbaar resultaat terwijl de winkel gewoon open blijft. Is er momenteel een actueler managementonderwerp te bedenken? Het boek ‘Onderweg: Pragmatisch veranderen in robuuste organisaties’ van Leike van Oss en Jaap van ’t Hek arriveert dan ook op het juiste moment. Eindelijk een boek dat de realiteit van de dagelijkse praktijk als uitgangspunt neemt, in plaats van de zoveelste verandertheorie in x stappen. Een magnifiek boek.
Lees de complete recensie op Managementboek.nl
Léon de Caluwe tijdens de boekdoop: ‘Een goede professional zijn is één ding – je verhaal op papier kunnen krijgen is een zeldzaam talent.’
Organisatieadviseur Paul Kloosterboer: ‘Een diepe buiging voor de auteurs.’
Organisatieadviseur Marco de Witte: ‘Het idee in de praktijk leefbaar krijgen is waar het om gaat – Jaap en Leike hebben hier een briljante bijdrage aan geleverd.’
Recensies Ondertussen in de organisatie
Nico Jong over Ondertussen
Je kent ze misschien wel, die ervaren en wat oudere collega’s die adviseren niet achter elk probleem aan te hollen. Zij weten namelijk dat veel problemen zichzelf gewoon oplossen. Wat zij mogelijk nog niet weten, is dat het Ondertussen daarvoor zorgt, schrijven Jaap van ’t Hek en Leike van Oss in ‘Ondertussen in de organisatie’.
Het Ondertussen is een kracht op zichzelf die veel regelt zonder dat jij je ermee bemoeit. Maar het Ondertussen is ook een fenomeen dat buiten jouw blikveld valt. Het is altijd om je heen, maar het blijft onscherp of onzichtbaar omdat je niet alles in focus kunt houden. Je kunt het Ondertussen alleen maar indirect benaderen. Zodra je het direct benadert, wordt het onderdeel van de bewuste leefwereld. Dan is het geen Ondertussen meer.
Het Ondertussen is een proces: iets wat er doorlopend is en dat continu in beweging is. Het is ook een gebeurtenis die ontstaat omdat parallelle werelden met elkaar verweven raken. Het is de samenklontering van dynamieken uit het proces tot een samenhangende gebeurtenis die je plotseling kan overvallen. En net op het moment dat je denkt alles onder controle te hebben omdat je een doordachte strategie hebt ontwikkeld of een doorwrocht plan voor de uitvoering. Dan vloeit er plotseling iets moois uit het Ondertussen, of strooit de gebeurtenis juist roet in het eten.
Leike van Oss en Jaap van ’t Hek beginnen hun boek met een beschrijving van het Ondertussen en hoe het fenomeen vorm krijgt in de organisatie. Vanuit hun perspectief zijn organisaties complex-dynamische systemen waar zowel orde en samenhang heersen, maar ook variatie, ongeorganiseerdheid en beweging. Zij presenteren drie facetten van het ondertussen: de ruimte die individuen om zich heen creëren, de ruimte die ontstaat doordat mensen in sociale interactie tussenruimten vormen, en de ruimte die het gevolg is van de discrepantie tussen de slordige werkelijkheid van alledag en de theorieën en modellen die we er daarover op na houden. Gastauteur Regtering beschrijft vervolgens het Ondertussen aan de hand van drie fenomenologische filosofen: Merleau-Ponty, Arendt en Heidegger. De hoofdauteurs gaan verder met aanvullende theorieën en modellen die de Ondertussenfacetten – het individuele, het sociale en het abstracte – kunnen helpen begrijpen en hanteren. Ten slotte verkennen zij wat er nodig is om in het moment van handelen in contact te blijven met het Ondertussen. Het boek is opgeluisterd met intermezzo’s door verschillende gastauteurs die het Ondertussen in hun eigen woorden vatten.
‘Ondertussen in de organisatie’ is zonder meer een meesterwerk. Nieuw is het Ondertussenfenomeen niet. Wel nieuw is dat de auteurs het weten te benoemen en te duiden via de drie invalshoeken. Iets wat je niet kunt zien of pakken onder woorden brengen in een boek is niet eenvoudig. De auteurs zijn daar echter wonderwel in geslaagd, al blijft het een rationalisering van iets ongrijpbaars. Het boek is prachtig vormgegeven en het omslag is een typografisch hoogstandje dat recht doet aan het beschreven fenomeen. Dit wordt vast het Managementboek van het Jaar!
Over Nico Jong
Sinds zijn studie Engels in Utrecht is Nico Jong ruim 25 jaar actief in de overheidscommunicatie. Onder andere als hoofd Communicatie van de Koninklijke Landmacht en nu als senior-adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
H.M. Propsma, Verrassende samenloop van omstandigheden
Ondertussen is een verrassend boek over wat er in organisaties gebeurt. Verrassend omdat het beschrijft hoe de samenlopen van omstandigheden eigen levens leiden en je als manager, adviseur of medewerker telkens verrassen.
In dit boek onderzoeken Leike van Oss en Jaap van ’t Hek hoe dat Ondertussen eigenlijk werkt, hoe het tot stand komt en wat je kunt doen om er iets minder door verrast te worden. Een boek dat de grenzen van het vak, onze waarneming en onze invloed verkent.
Niet voor niets kreeg het een eervolle vermelding in het juryrapport Ooa Boek van het Jaar 2012: ‘De oogst was in 2012 weer groot en dit jaar ook weer vol van interessante boeken. Naast de drie boeken heeft de jury gemeend twee bundels een eervolle vermelding te bieden. Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven “Ondertussen in de organisatie”, waar zij een scala aan auteurs aan het woord laten over wat er “ondertussen” -, dus nogal eens onzichtbaar, maar zeker niet op de voorgrond-, gebeurt in het leven van mensen en organisaties. Een verkenning die inzicht biedt in het ontstaan en in stand blijven van dit ongrijpbare fenomeen. Deze titel gaat naar het oordeel van de jury in het vak een eigen leven leiden, die de uitwerking ervan in het boek gaat overleven.’
Joost Kampen, De werkelijkheid in organisaties
Dit boek is een ‘must’ voor iedere veranderaar: de werkelijkheid in organisaties krijgt taal. Het is een basisboek voor het begrijpen van het alledaagse organisatieleven.
In dit boek worden een aantal basislessen uit de organisatiekunde kort samengevat zoals complexiteit van organisaties (hoofdstuk 2.1) en cultuurspecifieke organiseerprincipes (hoofdstuk 2.2) en wordt gewaarschuwd voor niet ter discussie staande organiseerprincipes (hoofdstuk 2.3). Hiermee maken de auteurs de opstap naar ‘wat er nog meer is in organisaties’. Dit noemen zij met gevoel voor understatement: het ondertussen.
‘Ondertussen is iets wat er is, terwijl we er geen aandacht voor hebben’ (p.11) en ‘Ondertussen is de nabije ruimte waar je aandacht niet naar toe gaat, maar wel dingen gebeuren die jou en je handelen beïnvloeden’ (p.12). De betekenis van ondertussen komt nog het meest overeen met het Engelse ‘in the meantime’.
Dit boek is breder en conceptueel nog rijker dan hun vorige boek onveranderbaarheid van organisaties: ondertussen speelt niet enkel in tijden van geplande verandering. Ondertussen is er altijd en is de keerzijde van alle intentioneel handelen in organisaties. Daarmee past het boek -onbedoeld- in de traditie van Cor Lammers, die sprak over de desmaskeerlust van de socioloog. De auteurs onthullen een aspect van het functioneren van organisaties dat zij een schaduwsysteem noemen.
Van Oss en van ’t Hek waarschuwen dat het geen ’to do’ boek is: de narratieven brengen het begrip ondertussen beeldend tot leven en laten ook voldoende ruimte voor eigen fantasieën omtrent de werkelijkheid in organisaties. Toch is het vooral een boek om verschijnselen in organisaties beter te begrijpen: dat is ook niet verwonderlijk als je weet dat de beide auteurs veranderaars zijn die vaak als interim een veranderopdracht uitvoeren. In die praktijk gebeurt er ‘ondertussen’ veel dat de uitvoering van die veranderopdracht kan beïnvloeden. ‘Ondertussen’ is in zichzelf geen object van interventie, de auteurs spreken zelf van een indirecte benadering. Misschien is dit iets te bescheiden: het onthullen van het ondertussen is een interventie die heftige reacties kan oproepen, want mensen voelen zich betrapt wanneer ze bezig zijn te ondermijnen zoals de ‘stoelpootzagende kaderleden’ op p.51.
De werkelijkheid in organisaties wordt beschreven met veel passie en het knappe is dat de auteurs niet oordelen terwijl tegelijkertijd klip en klaar is dat zij niet tot de ‘modellenbureau’s’ en de ‘blije eikels’ onder de veranderaars behoren. Het boek zit vol met prachtige casuïstiek die pakkend wordt beschreven zoals in de casus over dynamiek in de vakbonden met eerdergenoemde kaderleden. Of waar invloed op de ander wordt beschreven met een zinsnede als ‘vrijmoedig winkelen in de waarheid’ (p.84) danwel het onderscheid tussen coulissen en toneel met als illustratie dat ‘op de WC ter plekke een coalitie kan ontstaan’. Denk hier even aan de actualiteit waar VVD, CDA, D66, Groenlinks en ChristenUnie binnen 2 dagen een akkoord sloten. Hoeveel ontmoetingen tijdens het WC bezoek zouden er hier hebben plaatsgevonden? Maakt de PvdA wellicht van een andere toiletgroep gebruik? Paul Valens geeft in zijn intermezzo een prachtige beschrijving van liegen voor je werk. Dit is een voorbeeld van een aspect van de organizational reality dat iedere veranderaar kent maar slechts zelden in een rapportage te vinden zal zijn: ‘het hoofd P&O heeft gelogen om zijn hachje te redden’.
Het boek start met een verkenning van het begrip ondertussen en hoe dit vormt krijgt in organisaties. Dan maken de auteurs onderscheid in het individuele ondertussen en het sociale ondertussen. In hoofdstuk 5 wordt de dynamiek tussen theorie, ideaal en werkelijkheid van alledag behandeld met ondertussen als resultante. Hier komt alles samen en hier wordt een belangrijke stap gezet naar een werkzaam organisatieconcept: zie de figuur op p.136 in de vorm van een driehoek. Dit hoofdstuk had mijns inziens een plaats vooraan in het boek mogen hebben: dit is het concept, de aanzet tot de theorie. In hoofdstuk 7 wordt een handzaam repertoire aan theorieën en modellen beschreven om het concept ondertussen beter te begrijpen en te hanteren. Dit komt op deze plaats in het boek als een handreiking voor de praktijk terwijl het meer een theoretische uitwerking van het concept ondertussen betreft en daarmee het fundament onder de driehoek uit hoofdstuk 5.
De bijdragen van andere auteurs passen naadloos bij de conceptuele opbouw van het ondertussen in organisaties. Ook hier, op een enkele uitzondering na zoals in de bijdrage van Ber Damen, geen verkondigingen van een nieuwe heilsleer voor organisatieverandering.
De kwestie ‘hoe kun je als veranderaar gevoeliger worden voor het ondertussen’ wordt aangestipt in de bijdrage van gastauteur Joep Schrijvers in zijn bijdrage waar hij wijst op het begrip serendipiteit. Je zoekt iets en vindt iets anders. Je neemt iets waar waar je niet op hebt gerekend. Daar ben je verrast over en je gaat er iets mee doen. Dit verdient nadere uitwerking in relatie tot het concept ondertussen. In het slothoofdstuk wordt daar een begin mee gemaakt zoals in ‘de mensen die weten hoe het werkt’ (hoofdstuk 8.5).
De doorgewinterde organisatieveteraan, waar ik de auteurs beide toe reken, weten uit ervaring waar ’tussenruimtes’ kunnen zitten in organisaties, zij herkennen situaties in het ondertussen, zij herkennen de verschijnselen die wijzen op een levendig ondertussen.
Door deze ervaring te delen kan de gevoeligheid voor het ondertussen worden vergroot.
Tot slot een kritische kanttekening die voortkomt uit een wens naar meer. Het begrip ondertussen verdient nadere conceptuele en theoretische uitwerking: wie wil er een promotieonderzoek aan wijden? Voorts blijft bij mij als veranderaar de wens bestaan naar de vraag ‘hoe maak je het begrip ondertussen hanteerbaar en intervenieerbaar’. Dat verdient aandacht bijvoorbeeld door methodische reflectie op het handelen van veranderaars die de ‘organizational reality’ als vertrekpunt nemen in plaats van organisatiekundige modellen.
Het boek heeft op mij het door de auteurs gehoopte effect gehad: mijn fascinatie voor de werkelijkheid in organisaties is aanzienlijk verrijkt en toen ik eenmaal met lezen begon kon ik niet meer stoppen. Toegegeven, het hoofdstuk van Harrie Regtering heb ik twee maal moeten lezen: dit is een hersenkraker.
Dr. Joost Kampen is als veranderaar verbonden aan Van de Bunt en docent bij SIOO. Hij is auteur van het boek ‘Verwaarloosde organisaties’ (Kluwer, 2011).
Kramer, Over wat er Ondertussen allemaal gebeurt
Een goed boek over dat wat zich net buiten onze waarneming afspeelt. Terwijl we druk zijn met organiseren, leren, veranderen, gebeurt er ondertussen van alles.
Leike van Oss en Jaap van’t Hek leggen de focus op het gebied dat vaak net niet zichtbaar wordt: ‘Het Ondertussen proberen te begrijpen is een poging om gevoel te krijgen bij parallelle werelden, bij dat wat zich steeds net aan je aandacht onttrekt en dat opeens toch heel belangrijk blijkt te zijn’.
Mooi boek, met stof tot nadenken.
Recensies ‘Onomkeerbaar’
Nico Jong, Verandering moet beklijven, anders heeft zij weinig zin.
Verandering moet beklijven, anders heeft zij weinig zin. Een verandering die beklijft wordt zichtbaar in ander (organisatie)gedrag. Dat is het uitgangspunt van het nieuwe boek van Jaap van ’t Hek en Leike van Oss. In Onomkeerbaar bieden zij hun kennis, kunde en ervaring op dit gebied in compacte vorm aan.
Om een verandering Onomkeerbaar te maken is het nodig een idee te vertalen in gedrag om vervolgens individuen dat gedrag te laten voorleven zodat het zich breed kan verspreiden tot het organisatiegedrag is geworden. De auteurs maken onderscheid tussen het Werkelijke, de feitelijke realiteit van het werk van alledag en het Wenselijke, de gedachte toekomst waar men graag naar toe wil. Voor het Wenselijke is het nodig afstand te nemen en met een brede blik te kijken. In het Werkelijke van de staande organisatie houdt men van concreet en uitvoerbaar. Deze twee werelden spreken elkaars taal niet, maar zij spreken wel allebei de taal van het Mogelijke. Het Mogelijke is bespreekbaar in de ervaringswereld omdat men zoekt naar realisme. Voor de veranderwereld is het Mogelijke noodzakelijk omdat veranderen alleen zin heeft als het realiseerbaar is.
In het eerste deel komt aan bod dat veranderen moeilijk is en hoe de werelden van het Wenselijke, het Werkelijke eruit zien. Ook behandelen de auteurs het pragmatische vermogen om wenselijkheid en werkelijkheid met elkaar te verbinden: het Mogelijke. In deel 2 laten zij zien hoe je met ‘mogelijkheidszin’ verandering realiseert door te pendelen tussen de ervarings- en de veranderwereld. Door pratend pendelen kweek je inzicht en wederzijds begrip. Met handelend pendelen vertaal je de conceptuele verandering naar concrete verandering in gedrag en werkwijze. Om te voorkomen dat je terugvalt naar de oude bekende wereld is vasthoudend pendelen nodig. Het derde deel gaat over ongemak, moeite en bedoelingengedoe die bij veranderen horen en over afstotingspatronen. In het vierde deel sluiten Van ’t Hek en Van Oss af met de veranderaanpak, interventies, de wereld van de veranderaar en de tijd die het kost om een verandering echt te laten beklijven.
Onomkeerbaar is een boek waar de realiteitszin van afdruipt. De brede ervaring van de auteurs is beknopt samengevat. Wat zij beschrijven is niet allemaal nieuw, maar hun tekst is gevrijwaard van buitenlands veranderjargon als Ist en Soll of muddling through. Gewoon ‘het werkelijke en het wenselijke’ en ‘modderen, knutselen, prutsen, pielen en frutselen’. Dat maakt het lezen van dit boek een onomkeerbare belevenis.
Nico Jong is senior-adviseur Communicatieonderzoek bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Bart Peene, Inhoudelijk is het echter van een niet te onderschatten rijkdom
Het woord ‘veranderdramatiek’ gebruikt hij niet, maar de gevolgen van mislukte veranderprojecten die Anton Cozijnsen in zijn boek De 7 V’s van verandermanagement noemt, kunnen gemakkelijk onder die noemer worden samengebracht. Verspilde tijd, geld en energie. En frustratie, conflicten, verslechterde sfeer en veranderapathie. En dat in maar liefst zeventig tot tachtig procent van alle pogingen tot duurzame verandering van gedrag van mensen in organisaties. Althans, dat is de ‘successcore’ die gezaghebbende bronnen al jaren noemen.
Gek genoeg, en ik spreek hier uit ervaring, zijn er nog heel wat leidinggevenden die dit beeld niet herkennen. Ze beschouwen maar weinig veranderprojecten als mislukt. Dat betekent niet dat zij het idee hebben uitgeleerd te zijn. Integendeel. Ze willen tenminste nog graag één ding leren: hoe zorg ik voor eigenaarschap bij mijn mensen? Op die vraag hebben de meeste veranderbenaderingen blijkbaar geen goed antwoord.
Dat klopt, stellen Leike van Oss en Jaap van ’t Hek in hun nieuwste boek, Onomkeerbaar (‘Organisatiegedrag veranderen’). Veranderprocessen zijn namelijk niet lineair, zoals de klassieke benaderingen willen doen geloven. Verandering levert circulaire, iteratieve of onvoorziene processen op: omdat niet de ratio leidend is – als je mensen maar duidelijk uitlegt waarom verandering noodzakelijk is, krijg je ze vanzelf mee – maar de pragmatiek. Medewerkers vragen zich af of het beoogde nieuwe beter werkt dan het vertrouwde oude en vaak is dat niet het geval. In hun beleving althans. Logisch dat er dan geen sprake is van eigenaarschap.
Van Oss en Van ’t Hek hebben zich sinds hun eerste boek, Onveranderbaarheid van organisaties, steeds nadrukkelijker geprofileerd als de vertegenwoordigers van wat je de pragmatische school binnen de veranderkunde zou kunnen noemen. Organisaties zijn ingewikkelde constructies, schrijven ze, ‘misschien wel de meest ingewikkelde menselijk bouwsels die we kennen’. Ze zijn ooit aan de tekentafel ontworpen, maar hun uiteindelijk vorm wijkt meestal af van het oorspronkelijke ontwerp. Wat bedacht was, moet immers in de praktijk ook werken! Daarom verzinnen mensen slimme oplossingen om hun werk te vereenvoudigen of effectiever te maken. Aan de tekentafel wordt gedroomd, in de ervaringswereld gaat het om het klaren van de klus. Je doet dat wat werkt!
In hun derde boek, Onderweg – Pragmatisch veranderen in robuuste organisaties, beschrijven ze hoe organisaties kunnen veranderen, in Onomkeerbaar staat de vraag centraal hoe je er vervolgens voor kunt zorgen dat een geplande verandering, jawel, onomkeerbaar wordt. Anders gezegd: hoe je eigenaarschap creëert. Daarbij blijkt ‘mogelijkheidszin’ een sleutelrol te spelen. Mogelijkheidszin is het vermogen om wens en werkelijkheid op een functionele manier met elkaar te verbinden. Dat is, als je van de eerder genoemde ‘successcores’ uitgaat, zeker niet eenvoudig. Geplande veranderingen gaan over hoe je de toekomstbestendigheid van je organisatie kunt vergroten. Juist omdat zij zich richten op de toekomst, beschrijven zij een wereld die nog niet bestaat. Er wordt alleen over gepraat, geschreven en nagedacht. In de organisatiewerkelijkheid gaat het over heel iets anders: hoe lossen we de vraagstukken van vandaag op? Die wereld heeft een eigen logica, die veel minder analytisch is dan de logica die gebruikt wordt om geplande veranderingen te bedenken. Het is een logica die Herbert Simon ooit ‘muddling through’ noemde. Van Oss en Van ’t Hek gebruiken het woord ‘knutselen’. Knutselen maakt gebruik van alle kennis en ervaring die er is zonder dat er ingewikkelde analyse en plannenmakerij voor nodig is. Het gaat erom dat een oplossing werkt. Hoe dan ook!
Mogelijkheidszin betekent concreet dat je als verandermanager de ervaringswereld pragmatisch benut, ‘trial and error’ is het devies. Je kunt namelijk van alles bedenken, maar de meerwaarde blijkt toch pas in het handelen. Van Oss en Van ’t Hek adviseren daarom mensen te stimuleren tot uitproberen en oefenen, en waar nodig ruimte te creëren om te experimenteren. Zij gaan hierbij niet zo ver als sommige andere auteurs die stellen dat je over verandering niet moet praten – ‘verandering moet je vooral doen’. Praten over verandering heeft wel degelijk een belangrijke functie. Duidelijk maken wat de beoogde verandering voor ieders werkzaamheden betekent bijvoorbeeld. Al pratend geef je immers betekenis aan zowel het oude als het nieuwe! Of beter: creëer je samen nieuwe betekenissen, die de basis vormen voor duurzame verandering.
Onomkeerbaar is een bescheiden boekje, zeker als je het vergelijkt met Onderweg. Het telt amper honderdtachtig bladzijden. Inhoudelijk is het echter van een niet te onderschatten rijkdom. Je vindt er het hele gedachtegoed uit de vorige drie boeken van de auteurs in terug; in beknopte vorm wel te verstaan. Onomkeerbaar is als het ware ‘de kleine Van Oss en Van ’t Hek’: voor lezers met beperkte tijd. Daarnaast – maar je kunt ook zeggen: daardoor – vormt het een prima introductie tot het denken dat steeds meer main stream in de veranderkunde aan het worden is en dat vooral aandacht vraagt voor wat er in organisaties werkelijk gebeurt. Als je dat eenmaal door hebt, wordt het een stuk eenvoudiger mensen tot mede-eigenaars van een veranderproces te maken.
Door Bart Peene
Van Ravenstein, Eenvoudig en doordacht: top boek
Wat een fijn concept hebben Leike van Oss en Jaap van ’t Hek weer bedacht. Ik ben al jaren fan van hun gedachtengoed zoals neergelegd in de serie ‘on’ boeken. Deze keer pakken ze een bepalend moment in ieder veranderproces. Die van de verbinding tussen het wenselijke en het werkelijke, namelijk het mogelijke. Klinkt aan de ene kant heerlijk overzichtelijk en eenvoudig, maar is natuurlijk weer zeer doordacht en genuanceerd. Mooi haakje voor in het achterhoofd, zo ga ik m dan ook meteen meenemen in een terugverend veranderproces waar ik middenin zit! Ik ga er met mijn collega’s veel houvast en plezier aan hebben in onze verander(communicatie)praktijk. En dan vooral in het pratend pendelen!
Dank aan de auteurs en zonder meer een aanrader!
Sijtsma, Gericht op veranderaars, zowel bestuurders, directeuren en middelmanagers als adviseurs en consultants
Organisatiegedrag veranderen en dan onomkeerbaar, daarover gaat dit boek. Daartoe beschrijft het de wereld van het Wenselijke (het doel) en de wereld van het Werkelijke (het nu). Tussen die werelden is een creatieve spanning die kenmerkend is voor de wereld van het Mogelijke. Het tweede deel van dit boek gaat over het veranderen zelf. Daarbij biedt het boek de pragmatische vermogens in combinatie met pratend en handelend pendelen. Veranderen gaat niet vanzelf en als verbinding met de betrokken mensen niet lukt, kunnen vijf afstotingspatronen ontstaan. In het vierde deel wordt de ingezette verandering doorgezet en onomkeerbaar gemaakt. De veranderaars kunnen hierbij gebruikmaken van methodieken als Stapsgewijs mogelijk maken en Interventies zoals prudentie, urgentie en overeenstemming. De auteurs zijn ervaren organisatieadviseurs, interimmanagers, coaches en sprekers. Ze schreven eerder drie boeken die genomineerd of bekroond zijn. Gericht op veranderaars, zowel bestuurders, directeuren en middelmanagers als adviseurs en consultants. Vol praktische tips en tricks.
Door K.W. Sijtsma
terug naar boven
Recensies ‘ONveranderbaarheid’
Ben Kuiken, Kortom: een aanrader.
In hun boek Onveranderbaarheid van organisaties vragen Leike van Oss en Jaap van ’t Hek aandacht voor de slecht begrepen en nauwelijks gewaardeerde kant van organisaties: haar identiteit. De auteurs sturen alle verandermanagers weer terug in hun hok.
Verandering moet, verandering is goed. Dat is althans de heersende gedachte in het moderne bedrijfsleven en zelfs bij de overheid. En dus storten we ons als lemmingen van de ene reorganisatie in de andere herpositionering. Allemaal om de markt voor te blijven, niet te verstarren of anderszins achterop te raken.
Uit onderzoek blijkt echter dat we er niet zo goed in zijn, in veranderen. Maar liefst veertig tot zeventig procent van alle veranderingen (de meningen verschillen nogal) loopt vroegtijdig vast of levert niet het gewenste resultaat op. Maar in plaats van dan maar eens even pas op de plaats te maken, gooien we er nog maar weer een verandertraject tegenaan. Het dode paard moet en zal in de benen komen, of het nou wil of niet.
Misschien, zo opperen organisatieadviseurs Leike van Oss en Jaap van ’t Hek voorzichtig, is verandering helemaal niet zo vanzelfsprekend. Misschien moet je sommige delen van de organisatie wel helemaal niet willen veranderen omdat je dan wel eens zijn identiteit zou kunnen aantasten. ‘Een organisatie die in alle opzichten veranderbaar zou zijn, is als een windvaan zonder stok of als een wiel zonder as,’ schrijven ze.
Onveranderbaarheid van organisaties vraagt aandacht voor de onveranderbare kant van organisaties. Opdat we de veranderingen en waarom die zo vaak mislukken beter gaan begrijpen. Dat is niet alleen een originele invalshoek, zij is ook broodnodig gezien de enorme ellende die alle veranderzucht momenteel aanricht. Origineel zijn ook de Intermezzo’s waarin wetenschappers van zeer divers pluimage schrijven over verandering en onveranderbaarheid in hun vakgebied. Zo kom je als lezer van alles te weten over aardappelziektes, taalvorming, filosofie en de gebouwde omgeving. Dat, en de bijzondere invalshoek, maakt dit boek zo veel interessanter en leuker om te lezen dan het zoveelste boek over verandermanagement. Kortom: een aanrader.
Friso van Abbema, complimenten
Waarom zouden managers en adviseurs altijd moeten denken vanuit het perspectief dat verandering beter is voor een organisatie? Vanzelfsprekendheden over verandering gaan op de helling in het boek ‘Onveranderbaarheid van organisaties’ van Leike van Oss en Jaap van ’t Hek. Van Oss en Van ’t Hek zijn aanhangers van het sociaalconstructivisme van Karl Weick en de Nederlandse vertegenwoordigers Thijs Homan en Wim de Moor. In de vele sprekende cases klinkt hun advies en interim-managementervaring van organisatievragen.nl door. Hun benadering van vraagstukken blijkt uit de keuze voor een variëteit aan beelden en analoge perspectieven op onveranderbaarheid. Dit spreekt ook uit de fraaie intermezzo’s door toppers uit diverse gebieden: taalkunde, neurologie, woningbouw, sociologie, biologie, filosofie en archeologie.
De ‘Onveranderbaarheid van organisaties’ van Leike van Oss en Jaap van ’t Hek (www.organisatievragen.nl) gaat over de vraag waarom het voor organisaties, middenmanagers en medewerkers vaak goed is om níet te veranderen. Sleutelbegrippen in dit betoog zijn ‘robuustheid’ en ’taaiheid’.
Robuustheid is het vermogen van een organisatie om stabiliteit te bieden door basispatronen en ‘de kern’ van organisatie te behouden in geval van een poging tot verandering. Robuustheid blijkt uit patronen die richtinggevend zijn voor gedrag.
Taaiheid is wat ontstaat als veranderaars proberen ter discussie te stellen wat vanzelfsprekend is en ander gedrag vragen van werknemers. Taaiheid ontstaat wanneer veranderingen onvoldoende aansluiten bij de complexiteit en mogelijkheden van de organisatie en de mensen. Als een veranderaar dan probeert door te duwen, ontstaat nog meer taaiheid.
Het boek is zeer toegankelijk, soepel geschreven en helder van structuur. De samenhang tussen de onderdelen zijn verduidelijkt met een paar krachtige en eenvoudige schema’s. Naast de uitleg van de sleutelbegrippen is paragraaf 9.1 een voor mij herkenbaar onderdeel in het boek. Dit stuk gaat over de ‘coping’-strategieën van medewerkers bij organisatieverandering: ze bewegen mee, doen een beetje mee, enzovoort. Het beeld van medewerkers is verder weinig waarderend. Ze worden eerder in het boek (paragraaf 6.3) bijvoorbeeld slechts beperkt gewaardeerd door de constatering dat er meestal maar een paar hoogvliegers zijn. De rest leert onvoldoende en draagt daarmee bij aan meer taaiheid. Een goede veranderaar zou in geval van ervaren taaiheid zijn ambitieniveau naar beneden kunnen bijstellen.
Met het boek van Van Oss en Van ’t Hek wordt een bijdrage geleverd aan de verspreiding van het sociaalconstructivistisch denken in het denken van managers en de organisatieadviespraktijk. De taal van Weick (‘enactment’, selectie en retentie) wordt al meer toegankelijk gemaakt. De taal van Van Oss en Van ’t Hek sluit goed aan op het begrippenkader van Homan’s ‘Organisatiedynamica’ met ‘betekeniseilanden’ en ‘organisatielandschap’. Blijft het tribuut aan Weick’s ‘The social psychology of organizing’ en ‘Sensemaking’ met uitgebreide uitleg in hoofdstuk 1 en een bijlage, wel wat aan de forse en weinig kritische kant.
De poging om vier veranderstrategieën met gevoel voor robuustheid te formuleren (hoofdstuk 11) is wat mij betreft minder geslaagd. Algemene omschrijvingen als ‘het creëren van randvoorwaarden voor het organiseren van nieuwe betekenissen’ zijn onvoldoende. Overigens sluit dit wel aan bij de benadering die Joop Swieringa en Jacqueline Jansen kiezen in hun boek ‘Gedoe komt er toch’. Na een goede startvraag is de rest van de interventie vooraf nog niet te bepalen. En een realistische en leesbare aanpak voor veranderen in complexiteit en chaos is een paradoxale opgave, dat blijkt maar weer.
Het boek ‘Onveranderbaarheid van organisaties’ verdient complimenten voor het bewust maken van wat er gebeurt in een organisatie bij verandering: de onduidelijkheid, onwennigheid, onzekerheid en het gebrek aan vrijheid om te handelen die ontstaat wanneer nieuwe wegen in robuustheid gezocht moeten worden. Die werking van het sociale systeem is door Van Oss en Van ’t Hek mooi beschreven. Een aanrader voor veranderkundigen die robuust genoeg zijn om na te denken over onveranderbaarheid en voor managers en jonge adviseurs met een te positivistisch en simplistisch beeld van organiseren!
Over Friso van Abbema
Friso van Abbema is ondernemer en organisatieadviseur. Hij adviseert en helpt organisaties in het publieke domein met het organiseren en resultaten bereiken via samenwerkingsverbanden.
Van Ravenstein, Geeft verfrissend inzicht in de werking van organisaties
In het woud aan boeken over verandering is dit mooi compacte boek over onveranderbaarheid prettig anders. Het pretendeert namelijk geen één vaste aanpak met stappen en modellen. Het doet recht aan de complexe werkelijkheid. Op zo’n manier dat het inzicht geeft door inzichten uit theorie en praktijk samen te brengen. Originele extra’s zijn de prachtige parallellen met andere wetenschappen. ONveranderbaarheid van organisaties is intelligent en doordacht opgezet en geschreven.
Het boek is een echte aanrader voor iedereen die organisaties echt wil begrijpen en wil helpen steeds succesvoller te zijn (lees niet per se veranderen).