Ondertussen? Hoezo Ondertussen? Wat gebeurt er Ondertussen?
‘Life is what happens to you while you’re busy making other plans’ zong John Lennon. En in feite is dat ook precies wat mensen in organisaties overkomt. Organisaties ontwikkelen zich terwijl het management plannen maakt. Terwijl medewerkers aan het werk zijn, bedenken anderen plannen voor hoe het anders moet.
Dit boek neemt je mee op verkenning naar het Ondertussen in het leven van mensen in organisaties. Het verkent het gebied waarvan iedereen weet dat het er is, maar dat nooit echt goed zichtbaar wordt. Het geeft inzicht in het ontstaan en het in stand blijven ervan en doet suggesties voor een betere verstandhouding met het Ondertussen. Ondertussen blijkt een ongrijpbaar fenomeen, dat je nooit echt te pakken krijgt. Het ligt aan de randen van je blikveld, je had het kunnen zien als je anders had gekeken, maar het ontsnapt aan je aandacht. Dit is geen boek voor mensen die menen dat voor ieder probleem een oplossing bestaat (liefst in vijf stappen). Het is geen boek voor mensen die nadenken zonde van de tijd vinden. Het is een boek voor mensen die het leuk vinden dat het leven verrassend is en ingewikkeld. Voor managers, adviseurs en anderen die ook onder de oppervlakte willen zoeken en werken.
Met bijdragen van:
Harrie Regtering | Adrie van den Berge | Yvonne Burger | Ber Damen | Edu Feltmann | Dick van Ginkel | bJoep Schrijvers | Paul Valens | Aris van Veldhuisen | Wilfred Verweij
Preview Ondertussen in de organisatie
Over de auteurs
Leike van Oss en Jaap van ’t Hek zijn organisatieadviseurs, interimmanagers, docenten, coaches en sprekers en sinds 1998 eigenaren van adviesbureau Organisatievragen. Hun vorige boeken Onveranderbaarheid van organisaties en Ondertussen werden allebei genomineerd als Boek van het Jaar door de Orde van Organisatieadviseurs. In 2014 verscheen Onderweg, dat genomineerd werd als Managementboek van het Jaar en bekroond werd als Boek van het Jaar door de Orde van Organisatieadviseurs.
Recensies
Nico Jong, ‘Ondertussen in de organisatie’ is zonder meer een meesterwerk
Je kent ze misschien wel, die ervaren en wat oudere collega’s die adviseren niet achter elk probleem aan te hollen. Zij weten namelijk dat veel problemen zichzelf gewoon oplossen. Wat zij mogelijk nog niet weten, is dat het Ondertussen daarvoor zorgt, schrijven Jaap van ’t Hek en Leike van Oss in ‘Ondertussen in de organisatie’.
Het Ondertussen is een kracht op zichzelf die veel regelt zonder dat jij je ermee bemoeit. Maar het Ondertussen is ook een fenomeen dat buiten jouw blikveld valt. Het is altijd om je heen, maar het blijft onscherp of onzichtbaar omdat je niet alles in focus kunt houden. Je kunt het Ondertussen alleen maar indirect benaderen. Zodra je het direct benadert, wordt het onderdeel van de bewuste leefwereld. Dan is het geen Ondertussen meer.
Het Ondertussen is een proces: iets wat er doorlopend is en dat continu in beweging is. Het is ook een gebeurtenis die ontstaat omdat parallelle werelden met elkaar verweven raken. Het is de samenklontering van dynamieken uit het proces tot een samenhangende gebeurtenis die je plotseling kan overvallen. En net op het moment dat je denkt alles onder controle te hebben omdat je een doordachte strategie hebt ontwikkeld of een doorwrocht plan voor de uitvoering. Dan vloeit er plotseling iets moois uit het Ondertussen, of strooit de gebeurtenis juist roet in het eten.
Leike van Oss en Jaap van ’t Hek beginnen hun boek met een beschrijving van het Ondertussen en hoe het fenomeen vorm krijgt in de organisatie. Vanuit hun perspectief zijn organisaties complex-dynamische systemen waar zowel orde en samenhang heersen, maar ook variatie, ongeorganiseerdheid en beweging. Zij presenteren drie facetten van het ondertussen: de ruimte die individuen om zich heen creëren, de ruimte die ontstaat doordat mensen in sociale interactie tussenruimten vormen, en de ruimte die het gevolg is van de discrepantie tussen de slordige werkelijkheid van alledag en de theorieën en modellen die we er daarover op na houden. Gastauteur Regtering beschrijft vervolgens het Ondertussen aan de hand van drie fenomenologische filosofen: Merleau-Ponty, Arendt en Heidegger. De hoofdauteurs gaan verder met aanvullende theorieën en modellen die de Ondertussenfacetten – het individuele, het sociale en het abstracte – kunnen helpen begrijpen en hanteren. Ten slotte verkennen zij wat er nodig is om in het moment van handelen in contact te blijven met het Ondertussen. Het boek is opgeluisterd met intermezzo’s door verschillende gastauteurs die het Ondertussen in hun eigen woorden vatten.
‘Ondertussen in de organisatie’ is zonder meer een meesterwerk. Nieuw is het Ondertussenfenomeen niet. Wel nieuw is dat de auteurs het weten te benoemen en te duiden via de drie invalshoeken. Iets wat je niet kunt zien of pakken onder woorden brengen in een boek is niet eenvoudig. De auteurs zijn daar echter wonderwel in geslaagd, al blijft het een rationalisering van iets ongrijpbaars. Het boek is prachtig vormgegeven en het omslag is een typografisch hoogstandje dat recht doet aan het beschreven fenomeen. Dit wordt vast het Managementboek van het Jaar!
Over Nico Jong
Sinds zijn studie Engels in Utrecht is Nico Jong ruim 25 jaar actief in de overheidscommunicatie. Onder andere als hoofd Communicatie van de Koninklijke Landmacht en nu als senior-adviseur bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
H.M. Propsma, Verrassende samenloop van omstandigheden
Ondertussen is een verrassend boek over wat er in organisaties gebeurt. Verrassend omdat het beschrijft hoe de samenlopen van omstandigheden eigen levens leiden en je als manager, adviseur of medewerker telkens verrassen.
In dit boek onderzoeken Leike van Oss en Jaap van ’t Hek hoe dat Ondertussen eigenlijk werkt, hoe het tot stand komt en wat je kunt doen om er iets minder door verrast te worden. Een boek dat de grenzen van het vak, onze waarneming en onze invloed verkent.
Niet voor niets kreeg het een eervolle vermelding in het juryrapport Ooa Boek van het Jaar 2012: ‘De oogst was in 2012 weer groot en dit jaar ook weer vol van interessante boeken. Naast de drie boeken heeft de jury gemeend twee bundels een eervolle vermelding te bieden. Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven “Ondertussen in de organisatie”, waar zij een scala aan auteurs aan het woord laten over wat er “ondertussen” -, dus nogal eens onzichtbaar, maar zeker niet op de voorgrond-, gebeurt in het leven van mensen en organisaties. Een verkenning die inzicht biedt in het ontstaan en in stand blijven van dit ongrijpbare fenomeen. Deze titel gaat naar het oordeel van de jury in het vak een eigen leven leiden, die de uitwerking ervan in het boek gaat overleven.’
Joost Kampen, De werkelijkheid in organisaties
Dit boek is een ‘must’ voor iedere veranderaar: de werkelijkheid in organisaties krijgt taal. Het is een basisboek voor het begrijpen van het alledaagse organisatieleven.
In dit boek worden een aantal basislessen uit de organisatiekunde kort samengevat zoals complexiteit van organisaties (hoofdstuk 2.1) en cultuurspecifieke organiseerprincipes (hoofdstuk 2.2) en wordt gewaarschuwd voor niet ter discussie staande organiseerprincipes (hoofdstuk 2.3). Hiermee maken de auteurs de opstap naar ‘wat er nog meer is in organisaties’. Dit noemen zij met gevoel voor understatement: het ondertussen.
‘Ondertussen is iets wat er is, terwijl we er geen aandacht voor hebben’ (p.11) en ‘Ondertussen is de nabije ruimte waar je aandacht niet naar toe gaat, maar wel dingen gebeuren die jou en je handelen beïnvloeden’ (p.12). De betekenis van ondertussen komt nog het meest overeen met het Engelse ‘in the meantime’.
Dit boek is breder en conceptueel nog rijker dan hun vorige boek onveranderbaarheid van organisaties: ondertussen speelt niet enkel in tijden van geplande verandering. Ondertussen is er altijd en is de keerzijde van alle intentioneel handelen in organisaties. Daarmee past het boek -onbedoeld- in de traditie van Cor Lammers, die sprak over de desmaskeerlust van de socioloog. De auteurs onthullen een aspect van het functioneren van organisaties dat zij een schaduwsysteem noemen.
Van Oss en van ’t Hek waarschuwen dat het geen ’to do’ boek is: de narratieven brengen het begrip ondertussen beeldend tot leven en laten ook voldoende ruimte voor eigen fantasieën omtrent de werkelijkheid in organisaties. Toch is het vooral een boek om verschijnselen in organisaties beter te begrijpen: dat is ook niet verwonderlijk als je weet dat de beide auteurs veranderaars zijn die vaak als interim een veranderopdracht uitvoeren. In die praktijk gebeurt er ‘ondertussen’ veel dat de uitvoering van die veranderopdracht kan beïnvloeden. ‘Ondertussen’ is in zichzelf geen object van interventie, de auteurs spreken zelf van een indirecte benadering. Misschien is dit iets te bescheiden: het onthullen van het ondertussen is een interventie die heftige reacties kan oproepen, want mensen voelen zich betrapt wanneer ze bezig zijn te ondermijnen zoals de ‘stoelpootzagende kaderleden’ op p.51.
De werkelijkheid in organisaties wordt beschreven met veel passie en het knappe is dat de auteurs niet oordelen terwijl tegelijkertijd klip en klaar is dat zij niet tot de ‘modellenbureau’s’ en de ‘blije eikels’ onder de veranderaars behoren. Het boek zit vol met prachtige casuïstiek die pakkend wordt beschreven zoals in de casus over dynamiek in de vakbonden met eerdergenoemde kaderleden. Of waar invloed op de ander wordt beschreven met een zinsnede als ‘vrijmoedig winkelen in de waarheid’ (p.84) danwel het onderscheid tussen coulissen en toneel met als illustratie dat ‘op de WC ter plekke een coalitie kan ontstaan’. Denk hier even aan de actualiteit waar VVD, CDA, D66, Groenlinks en ChristenUnie binnen 2 dagen een akkoord sloten. Hoeveel ontmoetingen tijdens het WC bezoek zouden er hier hebben plaatsgevonden? Maakt de PvdA wellicht van een andere toiletgroep gebruik? Paul Valens geeft in zijn intermezzo een prachtige beschrijving van liegen voor je werk. Dit is een voorbeeld van een aspect van de organizational reality dat iedere veranderaar kent maar slechts zelden in een rapportage te vinden zal zijn: ‘het hoofd P&O heeft gelogen om zijn hachje te redden’.
Het boek start met een verkenning van het begrip ondertussen en hoe dit vormt krijgt in organisaties. Dan maken de auteurs onderscheid in het individuele ondertussen en het sociale ondertussen. In hoofdstuk 5 wordt de dynamiek tussen theorie, ideaal en werkelijkheid van alledag behandeld met ondertussen als resultante. Hier komt alles samen en hier wordt een belangrijke stap gezet naar een werkzaam organisatieconcept: zie de figuur op p.136 in de vorm van een driehoek. Dit hoofdstuk had mijns inziens een plaats vooraan in het boek mogen hebben: dit is het concept, de aanzet tot de theorie. In hoofdstuk 7 wordt een handzaam repertoire aan theorieën en modellen beschreven om het concept ondertussen beter te begrijpen en te hanteren. Dit komt op deze plaats in het boek als een handreiking voor de praktijk terwijl het meer een theoretische uitwerking van het concept ondertussen betreft en daarmee het fundament onder de driehoek uit hoofdstuk 5.
De bijdragen van andere auteurs passen naadloos bij de conceptuele opbouw van het ondertussen in organisaties. Ook hier, op een enkele uitzondering na zoals in de bijdrage van Ber Damen, geen verkondigingen van een nieuwe heilsleer voor organisatieverandering.
De kwestie ‘hoe kun je als veranderaar gevoeliger worden voor het ondertussen’ wordt aangestipt in de bijdrage van gastauteur Joep Schrijvers in zijn bijdrage waar hij wijst op het begrip serendipiteit. Je zoekt iets en vindt iets anders. Je neemt iets waar waar je niet op hebt gerekend. Daar ben je verrast over en je gaat er iets mee doen. Dit verdient nadere uitwerking in relatie tot het concept ondertussen. In het slothoofdstuk wordt daar een begin mee gemaakt zoals in ‘de mensen die weten hoe het werkt’ (hoofdstuk 8.5).
De doorgewinterde organisatieveteraan, waar ik de auteurs beide toe reken, weten uit ervaring waar ’tussenruimtes’ kunnen zitten in organisaties, zij herkennen situaties in het ondertussen, zij herkennen de verschijnselen die wijzen op een levendig ondertussen.
Door deze ervaring te delen kan de gevoeligheid voor het ondertussen worden vergroot.
Tot slot een kritische kanttekening die voortkomt uit een wens naar meer. Het begrip ondertussen verdient nadere conceptuele en theoretische uitwerking: wie wil er een promotieonderzoek aan wijden? Voorts blijft bij mij als veranderaar de wens bestaan naar de vraag ‘hoe maak je het begrip ondertussen hanteerbaar en intervenieerbaar’. Dat verdient aandacht bijvoorbeeld door methodische reflectie op het handelen van veranderaars die de ‘organizational reality’ als vertrekpunt nemen in plaats van organisatiekundige modellen.
Het boek heeft op mij het door de auteurs gehoopte effect gehad: mijn fascinatie voor de werkelijkheid in organisaties is aanzienlijk verrijkt en toen ik eenmaal met lezen begon kon ik niet meer stoppen. Toegegeven, het hoofdstuk van Harrie Regtering heb ik twee maal moeten lezen: dit is een hersenkraker.
Dr. Joost Kampen is als veranderaar verbonden aan Van de Bunt en docent bij SIOO. Hij is auteur van het boek ‘Verwaarloosde organisaties’ (Kluwer, 2011).
Kramer, Over wat er Ondertussen allemaal gebeurt
Een goed boek over dat wat zich net buiten onze waarneming afspeelt. Terwijl we druk zijn met organiseren, leren, veranderen, gebeurt er ondertussen van alles.
Leike van Oss en Jaap van’t Hek leggen de focus op het gebied dat vaak net niet zichtbaar wordt: ‘Het Ondertussen proberen te begrijpen is een poging om gevoel te krijgen bij parallelle werelden, bij dat wat zich steeds net aan je aandacht onttrekt en dat opeens toch heel belangrijk blijkt te zijn’.
Mooi boek, met stof tot nadenken.